Naar Portugal.
16 februari, dinsdag.
De dag begint regenachtig. De hele nacht heeft het gespoeld. Er zijn toch hier en daar wat blauwe stukjes lucht te zien, dus pakken we de bus voor een tweede bezoek aan Sevilla. We waren nog lang niet uitgekeken. Paraplu mee en op pad. Ons eerste bezoek is aan de Plaza deEspana, gebouwd in 1929 voor de wereldtentoonstelling. Het is een halfrond gebouw van baksteen en keramiek met op elk uiteinde een toren en een gracht met bruggen er overheen. Vooral het vele keramiekgebruik in voorstellingen, zuiltjes en balustrades is verbazingwekkend. Ik krijg een telefoontje dat we morgen al voor controle teug moeten komen in het ziekenhuis. Om 11.15 uur. We bewonderen nog een aantal prachtige kerken, het paleis met de bijnaam 'Casa de Pilatos', lopen door de beroemde winkelstraat Sierpes en bekijken de Kathedraal nog een keer. Zondag mocht je gratis naar binnen, maar meer dan de helft was niet toegankelijk voor toeristen. We vergapen ons aan het prachtige, metershoge gouden altaarstuk in de capilla Mayor met 45 scènes uit het leven van Christus. Dit wordt wel het mooiste ter wereld genoemd. Verder zijn er 15-eeuwse glas-in-lood ramen, koorstoelen en in de schatkamer zijn schilderwerken van Goya, Murillo en Zurbarán te zien. Er staat een monument voor Columbus; er wordt beweerd dat het stoffelijk overschot van deze ontdekkingsreiziger hier ligt begraven.
Als Nart nog een Sevilla T-shirt heeft gekocht gaan we terug met de bus naar camping Villsom in Dos Hermanas.
Woensdag 17 februari.
We rijden de 85 kilometer terug naar Sanlucár, passeren de 5000 kilometergrens en zijn op tijd in het ziekenhuis. Weer een andere dokter. Deze spreekt geen Engels, dus roept hij een collega die dat wel kan. Alles is in orde; Nart mag stoppen met de medicijnen en krijgt de boodschap mee om thuis bij de huisarts te laten nagaan voor welk medicijn hij nu precies zo allergisch is. We gaan even bij Wil en Meindert langs om te vertellen hoe de zaken er bij staan en spreken af om vrijdag een sherry-toer door de stad te maken. Terug naar de parkeerplaats. We wandelen naar het bezoekerscentrum van het Donanapark en boeken voor zaterdag 10.00 uur een boottrip/wandeling door het natuurgebied. Nu maar hopen dat het weer wat beter wordt. Zoveel regen is niet normaal! Donderdag regent het eigenlijk de hele dag. We gaan er even uit voor wat boodschappen, een bezoekje aan een barretje en werken de reisverslagen bij.
Vrijdag 18 febr. De dag begint gelukkig met zon, hoewel er een frisse wind waait. Om 13.00 komen Wil en Meindert aangewandeld. Meindert is de expert en hij leidt ons eerst langs twee kleinere sherry bodega's. We proberen de fino, de manzanilla, de crema en de oloroso soorten. We kopen 1 liter van de manzanilla (pasada) en beloven morgen terug te komen voor meer. We willen niet de hele tijd ermee rondsjouwen. Dan gaan we een sherry/tappa-rondje doen. Sherry plus een tapa van het huis voor 2 euro. Heerlijk en reuze gezellig. We gaan van de ene naar de andere. Tenslotte gaan we in Hotel Guadalquivir koffie drinken op de bovenste etage waar je een weids uitzicht hebt over de stad en het Donañapark. Kortom een heel gezellige middag Temeer ook omdat er in de stad het kindercarnaval gaande is. Van 0 tot ? jaar is verkleed in de meest fantastische outfits.
Zaterdag 19 febr.
Om half 10 staan we klaar bij de aanlegsteiger om met de boot mee te gaan over de Rio Guadalquivir naar het Donaña Nationaal Park. Dit is het grootste Nationale Park van Spanje en behoort tot de belangrijkste ecologische reservaten en moeraslanden ter wereld. Het staat op de Werelderfgoedlijst van de Unesco. Er gaan toch zo'n 50 man mee, waaronder een Spaanse motorclub, die elkaar veel te vertellen hebben. We varen een half uurtje leggen dan aan in het beschermde natuurgebied en wandelen een uurtje rond door het park. Op het water zagen we al allerlei watervogels: reigers, ooievaars, flamingo's. kluten. grutto's, lepelaars, strandlopers, scholeksters en nog meer waar ik de naam niet van ken. Aan wal zien we damherten, edelherten en wilde zwijnen. Gelukkig gaat de grote groep Spanjaarden met een aparte gids mee zodat wij met 8 man en een Engelssprekende gids rustig alles kunnen bekijken en fotograferen. We maken nog een tweede stop bij de zoutmijnen en ook daar wemelt het van de vogels. We zien in de lucht een rode wouw en een arend. Het is een schitterend natuurgebied. Als we terug zijn bij de camper eten we wat, gaan nog wat sherry inslaan en bij Wil en Meindert langs om afscheid te nemen. We spreken af om contact te houden en rijden (via Sevilla, want een andere weg is er niet) naar de camping in El Rocio waar we om een uur of 5 aankomen. Het heeft hier de afgelopen dagen heel erg geregend. Dat is te zien aan alles wat nog onder water staat.
Zondag 20 febr.
El Rocio ligt aan de westkant van het Donañapark. De stad heeft iets van het wilde westen, door zijn brede zandstraten en de ruime ongeplaveide pleinen. De houten huizen hebben veranda's voorzien van een leuning om paarden vast te maken. El Rocio is een bedevaartsplaats en elk jaar met Pinksteren vindt er een uitzonderlijke pelgrimage plaats door tienduizenden bedevaartgangers( de meeste komen te voet, te paard of met paard en wagen) die de Nuestra Senora del Rocia (een 13e eeuws houten Mariabeeld) komen vereren. Broederschappen uit heel Spanje komen dan op bezoek en het beeld wordt door de straten van El Rocio rondgesjouwd. We boffen dat we op zondag hier zijn want vandaag begint de presentatie van de broederschappen in de kerk tijdens 4 missen. We gaan te voet, want het stadje met loutere zandwegen is de afgelopen dagen bijna weggespoeld door zware regens. Het grootste deel van het dorp bestaat uit mooie 'Hermandad'-gebouwen, die hier vanuit 95 steden en dorpen onderhouden worden. De Hermandad van Espartinas is een van de 4 broederschappen van vandaag. Na het bezoek aan hun kapel, hebben ze hun mis in de bedevaartskerk Virgen del Rocío. Deze mis met veel gitaar- fluit- en castagnettenmuziek, zang en aparte gebruiken is voor veel mensen een heel emotionele aangelegenheid. Kortom een prachtig stukje Andalucía, dat we hier meemaken. ‘s Middags gaan we door via Torre de la Higuera (weer aan zee), Mazagon en Huelva naar Punta Umbria. Daar vinden we een schitterend overnachtingsplekje op een parkeerplaats bij een Ciringuito (zeg maar strandtent). We eten er een verrukkelijke visschotel en hebben er een prima nachtrust.
Maandag 21 febr.
We komen al aardig in de buurt van de Portugese grens. We wisselen onze gasfles om voor een volle want de Spaanse flessen kunnen niet gevuld worden in Portugal. We maken een strandwandeling en doen uitgebreid boodschappen, voordat we weer op weg gaan, richting Isla Cristina. We willen bij Playa de Hoyo een plekje zoeken maar er staat veel onder water en er is tijdelijk een kampeerverbod. Dan rijden we door via Ayamonte naar het strand van Isla Canela. Daar is plaats genoeg bij het kitesurf-strand. Ook hier is de zee woest met grote schuimvlokken op het zand. We hebben de hele dag zon gehad, hoewel er regen was voorspeld. Morgen door naar Portugal.
Dinsdag 22 febr.
Ook vandaag schijnt de zon weer en zo hoort het ook, al hoewel er een stevige wind staat. We rijden de grensrivier de Rio Guadiana via een grote tuibrug en zijn dan in Portugal, de Algarve. Het is hier 1 uur vroeger. We bekijken het strand bij Manta Rota en rijden een eindje door het Nationaal Park de Ria Formosa vlak bij Tavira. Bij Cabanas de Tavira zoeken we dan de camping op. Er ligt weer een bult wasgoed klaar. Hier willen we een dag of wat blijven en meteen Tavira bezoeken. Ik probeer de reiswebsite aan te vullen en de mail te lezen, maar kan geen verbinding krijgen met de server. Dan morgen als eerste maar even een internetcafé opzoeken in Tavira.
Reacties
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}