Naar de Spaanse winterzon

De laatste week....

Zondag 14 maart.
We blijven nog een dagje in Peñiscola. De camperparking staat helemaal vol dus parkeren we maar in het straatje ervoor. Stroom hebben we niet nodig. Drie maanden geleden waren we ook hier en we vonden het toen een leuk stadje. We fietsen langs de boulevard naar het centrum om te internetten en te pinnen en gaan weer in de vissershaven wat visjes eten. Het weer is prima, volop zon!
Maandag 15 maart.
Vandaag dan toch maar door. Na een bezoekje aan de Mercadonna in Benicarlo gaan we de N 340 op richting het noorden. We komen de Ebro-delta weer voorbij en halen herinneringen op aan 3 maanden geleden. Op het strand bijTorredembarra lunchen we en maken een wandeling door de duinen en over het strand. In een van de vennen zien we een eend met 12 jonkies. De lente is hier al begonnen! We gaan weer eens een wijnboer aandoen als overnachtingsadres. Ten westen van Barcelona wemelt het van de wijngaarden, dus ook bodega's. Bij wijnhuis Guilera in Subirats worden we hartelijk ontvangen. Er worden hier uitsluitend witte mousserende wijnen gebotteld en vader en zoon laten ons er 2 proeven. We zijn eigenlijk niet zulke 'champagne' liefhebbers, maar deze smaken wel heel goed. We kopen een paar flessen en krijgen een wandelroute mee langs verschillende wijnhuizen in de buurt. We gaan meteen op pad. De route is meer dan 15 kilometer lang, dus dat halen we vandaag niet meer, maar de 3,5 kilometer naar een uitzichtpunt de berg op is de moeite waard. Onderweg staan borden waarop informatie is te lezen over de verschillende druivensoorten die hier in de Pinedès worden geteeld en over de werkzaamheden in de wijngaard. Een mooie en interessante route.
Dinsdag 16 maart.
Het was erg koud vannacht. Het erf en de omliggende velden zijn vol met dauw vanochtend. We zijn blij met ons kacheltje! De route vandaag gaat voor de laatste keer naar de Costa Brava. Even afscheid nemen van de Spaanse Costa. In Sant Feliu de Guixols (probeer dat maar eens goed uit te spreken), zou een grote parking moeten zijn vlak bij het strand waar overnacht kan worden. Na een rit over veelal drukke wegen komen we er aan. De parking staat helemaal vol, dus dat kunnen we wel vergeten. We vinden een eindje verderop bij de haven een parkeerplaats, waar we even lunchen. De plek is niet zo geschikt om te overnachten dus besluiten we een camping in de buurt op te zoeken. Dat valt niet mee. Het wemelt er van de campings maar de meeste gaan pas per 1-04 open. In Platja d'Aro is er een. We checken in en verbazen ons erover dat er op het terrein grote hoeveelheden bomen en struiken verbrand worden. De man van de receptie legt uit dat er vorige week een vreselijke sneeuwstorm is geweest. We zagen inderdaad onderweg hier en daar sneeuwresten liggen. Er zijn honderden bomen ontworteld en takken afgebroken. We zoeken een mooi plekje in de zon en uit de rook en gaan natuurlijk eerst het strand verkennen. Een loopbrug over de doorgaande weg gaat er naartoe. Op die 100 meter zien we dat de loopbrug is beschadigd door omgevallen bomen, dat er drie bomen op een huis in aanbouw liggen en dat van de hoge rand verschillende bomen naar beneden hangen, nog aan een paar wortels vast. Eén heeft een witte omheining in zijn val meegesleurd. We hadden wel gehoord van sneeuwval hier in de buurt en zien nu met eigen ogen de schade. Op de camping wordt aan alle kanten gezaagd en gehakt. Voordat de grote toeristenstroom weer komt moet alles in orde zijn. Het weer was in ieder geval alvast uitstekend vandaag. Hopelijk blijft dat de komende dagen zo dan kunnen we zonder problemen verder noordwaarts.
Woensdag 17 maart.
Een stralende zon wekt ons. Langzaam maken we ons op om aan de rit 'Spanje uit' te beginnen. Het is niet ver meer naar de Franse grens. Eerst maar richting Figueras. Op de weg door de bergen er naar toe zien we nog een massa sneeuw liggen. Ook zijn er honderden bomen langs de kant van de weg gesneuveld. Het is een grote ravage. Het lijkt erop dat de weg pas is vrijgemaakt. We leggen nog even aan in Empuriabrava en het oude vestingsstadje San Martí d'Empurias We doen boodschappen en zoeken een adres om onze bijna lege Spaanse gasfles om te wisselen voor een volle. Hebben we in Frankrijk in ieder geval nog genoeg en voor een volgende keer Spanje. In heel Spanje zie je in alle dorpen en steden Repsol tankstations die de gasflessen verkopen, alleen in deze regio bijna niet. We moeten naar een depot. In Empuriabrava komen we om 5 over 1 daar aan: gesloten tot 15.30 uur. Daar hebben we geen zin in, dus door naar Roses. Een vriendelijke politieagent rijdt ons voor naar het lastig te vinden adres. Briefje op de deur: weer geopend om 16.30. Bij een tankstation weet een bediende ons te vertellen dat alleen in Figueras nog een depot is. Dus dan daar maar heen. De grote oranje poort is dicht en gaat pas om 16.00 uur open. Dus nog 1 uur wachten. Gelukkig komen er achter elkaar een aantal vrachtwagens nieuwe voorraad gasflessen halen om in de dorpen te verkopen. Eén is er zo vriendelijk om onze lege fles voor een volle om te wisselen. Dan kunnen we weer door. We willen in Portbou, net voor de Franse grens overnachten aan de jachthaven. Dat gaat niet door want de weg ernaar toe is (tijdelijk) afgesloten. Dus dan toch de grens maar over. We rijden door naar Coullioure waar we zeker weten dat er een overnachtingsplek is omdat we daar op de heen weg ook waren. Het is er nu een stuk drukker dan in december, voornamelijk Fransen. Het is nog 1289 kilometer naar huis volgens onze routeplanner.
Donderdag 18 maart.
Al vroeg zijn we op pad. We hebben besloten de route via Clermont-Ferrand te nemen. Die is in ieder geval nieuw voor ons. Het is een tolvrije snelweg dus dat moet goed opschieten. In Narbonne is het druk omdat we daar een eindje door de stad moeten. Daarna gaat het vlot. Bij een uitzichtpunt over Milau stoppen we een tijdje. Het uitzicht is geweldig! De route gaat met lange hellingen door het landschap met als hoogste punt 1120 meter. Tegen zessen komen we in Aigueperse, zo'n 30 kilometer voorbij Clermont-Fd. We vinden de parking snel, er staan al drie andere campers. We kunnen hier vuil water en toilet lozen en water innemen. Was het in Spanje maar zo goed geregeld met de camperplaatsen als hier in Franrijk!
We lopen nog even een blokje om door het dorp, bekijken de kerk, het gemeentehuis en een kapel. Het stadje oogt wat vervallen. Er staan in de hoofdstraat nogal wat panden leeg. Het is nog 791 kilometer naar huis. Dat gaan wij niet in 1 dag rijden, vooral omdat we geen tolwegen nemen. We zien wel hoe ver we morgen komen.
Vrijdag 19 maart.
Vandaag rijden we weinig snelweg. Hoofdzakelijke tweebaanswegen, maar die zijn stuk voor stuk rustig. Het gaat via Auxerre, Troyes, Chalons-en-Champagne naar Charleville-Mézières. In Clamecy houden we een korte wandelpauze door het aardige stadje. Als we Troyes voorbij zijn beginnen de grote kale vlaktes waar over een tijdje het graan weer moet groeien. Iets verder ligt de Champagnestreek. In Charleville, we zijn dan al weer in de Franse Ardennen, willen we aan de Maas overnachten. Helaas zijn hier alle 8 plaatsen al bezet en verderop is het verboden te parkeren na 22.00 uur. We vinden het eigenlijk wel genoeg voor vandaag, maar om nou op de laatste plek een bon te krijgen daar hebben we geen zin in. 17 kilometer verder ligt Monthermé. Dat was onze 1e overnachting toen we in november vertrokken. Dus rijden we daar heen. We eten een pizza bij een Turkse 'afhaal' en brengen de laatste (122ste) nacht door in onze camper. Morgen nog 230 kilometer en dan zijn we weer thuis!
Zaterdag 20 maart. Guus van harte gefeliciteerd met je verjaardag.
We zijn weer thuis!!! Vanochtend om een uur of 8 vertrokken uit Noord Frankrijk. Het was rustig onderweg. Nog even spannend toen we al midden in de Ardennen zaten en het benzinelampje ging branden. Oei, o ja we hadden moeten tanken. Geen idee hoe ver we kunnen rijden dan. Via een binnenweggetje naar de dichtstbijzijnde grotere stad (Revin). Daar was er alleen een met een kaartautomaat. Gelukkig accepteerde die de Visakaart. Toen weer door over rustige wegen langs de Maas via Namen en Hasselt. Tegen half 2 waren we thuis waar Niels en Myrthe ons al opwachtten in een fris gepoetst huis en een groot boeket bloemen in de vaas. Er was natuurlijk veel bij te kletsen over de gebeurtenissen van de afgelopen 4 maanden.
We zijn precies 122 dagen weg geweest.
We hebben daarvan 20 x 's nachts op een camping doorgebracht, 6 x op een betaalde camperplaats en 96 x gratis op een parking gestaan.
We reden totaal 9354 kilometer.
We hebben in totaal 90 geocaches gevonden; 2 in België, 25 in Frankrijk, 52 in Spanje en 11 in Portugal.
18 keer heb ik een verhaal en foto's ( 300) op het reisweblog gezet.
Iedereen bedankt voor de reacties; het is leuk om te weten dat zoveel mensen 'meereizen'. En Dé...bedankt voor de postzegels!!

Op weg terug....

Woensdag 10 maart.

Eergisteren nadat het reislog weer was bijgewerkt en Nart een 'peluqueria' had bezocht zijn we richting Cap St Antoni gereden en hebben daar een 'wandeling' over de rotsen gemaakt naar een grot met een cache onderweg. Heel vaak brengen geocaches ons naar bijzondere plekken. Zo ook deze. Een als moeilijk aangeduide route, maar schitterend mooi. Vlak onder ons beukten de golven op de rotskust. Het was klimmen en klauteren. We vonden de cache. De grot lag nog iets verder, maar de laatste 10 meter afdalen werd ons net iets te wild. Daarna ging het naar camperpark Odessea, zo'n 10 kilometer ten noorden van Denia. Een prima adres met zelfs warme douche en wi-fi. De rest van de middag en avond hebben we gebruikt om te skypen met familie en vrienden en nog wat caches voor de terugweg op te zoeken. Ook dinsdag bleven we hier. We zaten in de zon, maakten een wandeling langs het strand (voor zover mogelijk, want het water stond erg hoog en de golven waren woest) en deden de Lidl aan voor wat boodschappen.

Vandaag dan terug naar Denia; een cache in nationaal park Montgo. De tocht gaat 350 meter de berg op naar een grot waar zeer oude Romeinse inscripties te zien zijn, de Cove de lÁigu (watergrot). De uitzichten zijn spectaculair en langs het eerst brede en daarna steeds smaller wordende pad staan massa's mooie bloemen, planten en struiken. Tot onze verbazing komen we een schoolklas kinderen met hun begeleiders tegen halverwege. Zijn die helemaal boven geweest? Geschiedenis-, aardrijkskunde-, biologie- en gymles in één. We vinden de cache: een mooi kistje. Meestal zijn het maar 'gewone' plastic bakjes. We bekijken de grot die vol met water staat en is onder geklodderd met hedendaagse namen.

Vervolgens rijden we naar de jachthaven waar we een boterham eten en een wandeling maken over het uitgebreide complex. We zien de ferry's naar de Balearen liggen. Dan rijden we Denia in noordelijke richting weer uit en gaan op zoek naar een plaatsje voor de nacht. Dat vinden we in Torre Piles Platja net voorbij Oliva op een grote lege parking. Er staat één Duitse camper. De wijk hier om heen is uitgestorven. Ook hier weer stilgelegde bouwprojecten (skeletten van flats) en veel appartementen die te koop staan. Na nog een klein wandelingetje langs het strand en genietend van de laatste zonnestralen sluiten we deze mooie dag af.

Donderdag 11 maart. Rob is jarig! Van harte gefeliciteerd!

Vandaag gaan we een plekje opzoeken van waaruit we makkelijk Valencia kunnen bezoeken. Op de heenweg hebben we deze stad overgeslagen omdat het toen met bakken de lucht uit kwam. Net onder Valencia ligt nog een Nationaal park dat we ook nog niet hebben bezocht: La Albufeira. Een heel groot binnenmeer met veel bijzondere vegetatie en vogels. We stoppen aan het begin van het park op een parkeerplaats en maken een rondwandeling. Een prachtig natuurgebied...alleen er staan midden in toch nog wat lelijke hoge flatgebouwen! Hoe is daar ooit toestemming voor gegeven? Een paar kilometer verder vinden we aan de doorgaande weg een camping. Een bushalte voor de deur... dat was precies de bedoeling. We vallen weer eens met onze neus in de boter want we horen dat de 'Falla-feesten' zijn begonnen. Hadden we al wel wat over gehoord maar niet onthouden dat die altijd begin maart zijn. De middag gebruiken we om nog een fietstocht door het natuurgebied te maken. We komen mooie plekjes tegen alleen niet erg veel watervogels. De hele dag schijnt de zon, het kan niet beter.

12 maart 2010.

Om 20 over 9 al met de bus naar Valencia. Als we om 2 uur het vuurwerkfeest bij het gemeentehuis willen zien moeten we er al om 1 uur staan, zo druk is het volgens de jongeman van de receptie. Voor die tijd kunnen we dus nog van alles bekijken en dat doen we ook. Er staan schitterende gebouwen in het oude centrum. Bijzonder is de oude bedding van de Turiarivier. Er liggen bruggen overheen en eronder zijn vijvers parken, wandel- en fietspaden aangelegd. De meeste bezienswaardigheden liggen op loopafstand van elkaar. We bekijken de Plaza de Toros naast het Estation del Norte ( heel modernistisch), de Mercado Central en het Ayutamiento (gemeentehuis) met bloemenstalletjes. Het Museo Ceramica is een en al barok. De 15de-eeuwse Lonja, een handelsbeurs voor zijde is gratis te bekijken. Er zijn prachtige vloeren en plafonds. Dan de kathedraal met daarnaast de Basilica op het Plaza de la Virgen. We beklimmen de achthoekige, 51 meter hoge klokkentoren ( El Micalet) van de kathedraal. Precies om 12 uur staan we pal naast de enorme klok . Het uitzicht is grandioos, 360 graden rondom. Het is er druk. Er is een rood/groen stoplicht zodat je weet wanneer je de smalle wenteltrap op of af kunt. Nadat we nog een paar bruggen hebben bekeken en traditionele churros met chocolade hebben gegeten, is het tijd om richting het Ayutamiento plein te gaan. We hebben hier en daar op kruispunten en rotondes al diverse 'Falla' -bouwwerken gezien. Aan het eind van de feestweek worden 'Fallas' verbrand. Het is een feest uit de middeleeuwen en kondigt de lente aan. Het feest wordt op straat gevierd en de straten worden dan ook autovrij gemaakt.

Langzamerhand stroomt het plein vol met mensen; veel hebben een groen hoedje op. Hier en daar lopen venters uit hun rugzak koud bier voor 1 euro te verkopen en voor ons staan twee tieners een jointje te rollen. Om kwart voor twee begint uit de luidsprekers 'Valencia'te schallen en om twee uur precies is de eerste knal te horen. Groot gejuich gaat op. Dan volgt er een daverend vuurwerk van 5 minuten. De grond trilt onder onze voeten en na 1 minuut is de overkant van het plein al niet meer zichtbaar door de kruitdampen. De zon én de maan worden verduisterd en een regen van verbrand papier daalt neer. Na de laatste knal weer een groot applaus, gejuich en muziek. De dranghekken worden meteen verwijderd en het volk verspreidt zich. We lopen nog even naar de overkant van het plein waar de Falla-koningin met haar gevolg op een bordes de menigte toezwaait. De dames en meisjes hebben allemaal een typische haardracht; een soort gevlochten oorwarmer aan de zijkanten van het hoofd. Zouden dat geluiddempers zijn tegen de harde vuurwerkknallen? Ze zien er in ieder geval heel mooi uit. Nadat we in een cafeetje nog wat te drinken hebben genomen pakken we de bus terug naar El Saler. Het was weer eens een heel bijzondere dag.

16 maart¨

Ondertussen is het zondag en zijn we alweer in Peniscola aangekomen. Maandag gaat het door richting Barcelona. Nog een dikke week en we zijn weer thuis......

Terug in Spanje.

Dinsdag 2 maart

Voordat we Sagres verlaten bezoeken we nog de vesting op de winderige kaap oorspronkelijk gebouwd door Hendrik de Zeevaarder (15e eeuw). De huidige vesting stamt uit de 17e eeuw. Een kompasroos, de Rosa dos Ventos, van kiezelstenen met een doorsnede van 43 meter is nog wel bewaard gebleven. Ook bevindt er zich een kapel en een zeevaartschool. Vissers zitten er vanaf een hoogte van 40 meter te vissen! Daarna rijden we naar Castro Marim, 2 kilometer van de Spaanse grens. De afstanden in Portugal zijn maar klein vergeleken met Spanje, voor je het weet ben je er alweer uit. Er is een officiële camperplek in Castro Marim compleet met zgn 'Sanizuil'. Een supermarkt is vlakbij en bij de bieb kun je gratis internetten. Dat is nog eens service! De camperplek staat goed vol. Na een bezoekje aan de bieb en een wandelingetje door het dorp zien we dat het straatje waaraan de parkeerplaats is compleet blank staat. Iemand weet te vertellen dat het door de vloedstand van de zee komt en door de vele regen van de afgelopen dagen. Eén auto waagt het erdoor te rijden en staat meteen stil. Die moet een half uur wachten op een sleepauto en ondertussen is het een gezellige boel met toeschouwers. Diverse verhalen worden uitgewisseld en zo horen we ook dat er een kleine orkaan langs de kust is gegaan richting Frankrijk. Wij hebben daar niets van gemerkt behalve een flinke wind.'s Avonds gaan we in het plaatselijke restaurant een heerlijke Arroz de Mariscos eten, rijst met heel veel vis en een lekkere saus. Na het eten krijgen we van de kok nog een paar streeklikeurtjes aangeboden om te proeven o.a. Amandellikeur. We zagen onderweg hiernaartoe al veel amandelbomen in bloei staan; een schitterend gezicht. Als we terug zijn bij de camper is het water alweer gezakt en kan het verkeer weer gewoon over de straat rijden.

Woensdag 3 maart.

We rijden vandaag een heel eind Spanje weer in. Via de snelweg naar Huelva en Sevilla en dan via kleinere wegen de bergen in naar El Chorro. Vooral het laatste stuk is zeer spectaculair. Jammer genoeg regen het vaak en hangen er dikke wolken om de bergen zodat het uitzicht beperkt is. We overnachten op de camping en zijn daar de enige gasten. Enorme modderstromen hebben een blubberboel van het terrein gemaakt. In no time zitten schoenen en dus ook de camper onder de modder.

Donderdag 4 maart.

Al vroeg gaan we naar Natuurpark Torcal, zo'n 20 kilometer via smalle kronkelweggetjes, haarspeldbochten, dwars door de bergen. Het ligt op zo'n 1200 meter hoogte. De zon komt er door en de vergezichten zijn adembenemend. Bij het park aangekomen blijkt het bezoekerscentrum gesloten te zijn maar we kunnen wel een wandeling maken door het verbluffend mooie landschap van rotszuilen en klippen. We bewonderen allerlei natuurlijk gevormde rotspartijen die in de loop der tijden eigenaardige namen hebben gekregen. Door erosie van water en ijs op het kalksteen zijn deze zgn 'karstverschijnselen' ontstaan. We wandelen ( het is vaak klauteren en modderschuiven) er een uurtje rond. Het is er heerlijk rustig met maar een handjevol bezoekers. We bezoeken daarna Antequera, dat een kilometer of 12 noordelijker ligt, voornamelijk om te tanken, maar het blijkt een mooi stadje te zijn. Parkeren is lastig dus rijden we na een korte eetstop via de grote weg door naar Malaga. We zijn weer aan de Middellandse Zee! Na 18 kilometer langs zee te hebben gereden stoppen we in Torre del Mar waar we vlak bij het strand een mooi plekje vinden tussen nog zo'n 20 andere campers. Het is hier netjes betegeld, dus gaan we eerst aan de grote schoonmaak. Oprijblokken, opstapje, schoenen, broekspijpen en matjes worden uitgeklopt en de bezem gaat door de camper. De zon schijnt en we wisselen ervaringen uit met de buren die uit de buurt van Oss komen.

Vrijdag 5 maart.

Vandaag rijden we zo'n 280 kilometer. Een afstand die we begin januari in 10 etappes deden. Het weer blijft bewolkt, gelukkig geen regen. In de buurt van Almerimar doen we inkopen bij een groot winkelcentrum. We gaan naar Mojacar en begroeten Antonio in zijn taveerne. Er staat maar 1 camper. Hij heet ons hartelijk welkom en klaagt meteen over het slechte weer de afgelopen tijd. Pas maandag wordt het hier beter, zegt hij en laat ons meekijken naar de weersvoorspelling op de tv. Alleen aan de oostkust is zon te zien. We gaan de goede kant dus op! We besluiten dan ook hier niet te blijven. Morgen eerst de was even draaien in de wasserette in het centrum en dan gauw weer door. We verlaten dan ook Andalusië.

Zaterdag 6 maart.

Zoals gezegd eerst naar de wasserette aan de doorgaande weg in Mojacar. Er staat een Thaise de was- en droogmachines te bedienen en terwijl de was schoonspoelt maak ik een praatje, natuurlijk over Thailand. Tegen half 12 zijn twee wassen klaar en rijden we weg uit Mojacar. Hier komen we beslist nog eens terug! Nart heeft ondertussen in de gids van 'España discovery' zitten zoeken naar een overnachtingsplek. In deze gids staan adressen van (vooral) wijnboeren, bodega's, fruitfabrieken e.d. die gratis op hun terrein plaats aanbieden voor camperaars. Dit hadden we in Frankrijk al wel eens gedaan maar in Spanje nog niet. We rijden via Murcia richting Alicante en slaan daar ergens af naar 'the middle of nowhere'. Uitgestrekte wijnvelden, artisjokkenvelden en sinaasappel-boomgaarden worden afgewisseld door rotsformaties en een woestijnachtig landschap. We komen uiteindelijk bij een bodega annex wijncoöperatie aan. Het hek zit dicht en er is geen levende ziel te bekennen. Door naar de volgende. 15 kilometer verder op. Ook hier is gesloten. Er hangt wel een briefje op het hek dat ze op zaterdag 14.00 uur sluiten. Dat had wel eens in het boekje mogen staan! Bij de derde staat geen hek. We kunnen zo de parkeerplaats oprijden. Er zijn nog mensen binnen. We zeggen dat we er zijn en kopen 3 flessen wijn van het huismerk: Salvador Poveda. De man die ons te woord staat heeft kennelijk geen zin om ons diverse wijnen te laten proeven. Het is trouwens best koud hier in de bergen. Ons kacheltje gaat aan! We blijven hier vannacht en morgen maar weer terug naar de Costa.

Zondag 7 maart.

We worden wakker met de laaghangende wolken om ons heen. Van de bodega vlak bij Monovár rijden we een schitterende route door de bergen naar Altea aan de kust. Die zou nog veel mooier zijn geweest als er niet zoveel laaghangende bewolking zou zijn geweest. We bekijken onderweg Guadalest, een ommuurde stad en burcht hoog op een steile rots en omringd door terrasvormige akkers met olijf -en amandelbomen. Een stuwmeer ligt diep in het dal. Het is er ondanks het slechte weer, druk met toeristen; 4 euro kost een plekje op de parkeerplaats! Dan gaat het via kronkelende wegen de bergen uit naar Altea, net iets boven Benidorm. We vervolgen de kustweg in noordelijke richting via Calp, maken een ommetje langs Cabo de la Nao (waar alleen maar grote luxueuze villa's staan) en komen uit in Javéa. Daar vinden we na even zoeken een parkeerplaats waar een stuk of 5 campers staan aan de platja del Arenal. De boulevard ziet er mistroostig verlaten uit. Er zijn veel restaurants. In een daarvan eten we een pizza en drinken er een lekkere Rioja bij. 's Avonds gaat het kacheltje weer aan.

Algarva

Woensdag de 24e dan eindelijk weer foto's en verhalen verstuurd vanuit een cybercafeetje in Tavira, waar we met de trein vanaf de camping naar toe gaan. Tavira is een mooie stad met veel historische kerken en herenhuizen met filigreinbalkons en hekwerk. Het ligt aan weerszijden van de rivier de Gilao en de beide delen worden verbonden door een oude Romeinse brug. Vanaf de muren van het Moorse kasteel is er een prachtig uitzicht over de stad met z'n typische piramidevormige daken. Voor de kust hier ligt tot aan Faro het Parque Natural da Ria Formosa. Alweer zo'n gebied waar veel watervogels broeden en overwinteren. Ook de zeldzame purperkoet komt hier voor. Gisteren maakten we hier al een tochtje. 's Avonds beleven we life de 10 kilometerramp van Sven Kramer mee via de wereldomroep. Verbijsterd luisteren we naar dit verslag.

Donderdag ( het is de 100ste dag dat we met onze zwerfauto op pad zijn) gaat het eerst te voet naar de zee. De boulevard hier in Cabanas de Tavira ligt helemaal open. Hij wordt gemoderniseerd. We hebben zicht op Ilha de Tavira, een 11 km lang en 500 meter breed zanderig duin en alleen ‘s zomers met een veerbootje bereikbaar. We zijn 3 nachten op de camping en gaan dan weer een eindje verder.

Vrijdag de 26e rijden we op ons gemak richting Olhao. We maken een drie uur durende wandeling door het Formosa-park hier. Entree €2,50, compleet met uitleg en routebeschrijving. Een prachtige plek hier met observatiehutten. Aan de andere kant van de lagune liggen zelfs nog 3 bewoonde eilandjes. Het is een zeer gevarieerd gebied met dennenbossen, biezen, duinen, zoet- en zoutwaterpoelen, getijdenmolen (die nog steeds in werking is) en veel watervogels (o.a ooievaar, reiger en dodaars). Aan de jachthaven van Olhao vinden we een mooi overnachtingsplekje.
Zaterdag de 27e alweer. Jeannette van harte proficiat!!!
De tijd gaat nu wel erg snel. We zijn bijna op het uiterste punt van waaruit we de terugweg gaan plannen. Het weer wil nog niet echt zonnig worden. We rijden naar Faro en parkeren vlak naast de oude stad die omgeven wordt door stadsmuren. We dwalen door de smalle straatjes en bekijken de Kathedraal. Schitterend zijn de zijkapellen versierd met Azulejos tegelwerk; het typische blauwwitte keramiek. Ook het 18eeeuwse orgel, dat wereldberoemd schijnt te zijn om zijn grote bereik en versierd is met Chinese motieven is te bewonderen. We klimmen de trap op naar de klokkentoren en hebben van daar een weids uitzicht over de stad en de (lucht)haven. Elke 5 minuten scheert er een vliegtuig laag over dat net van de startbaan is vertrokken. We zien her en der ooievaars op hun nesten. Als we ook het nieuwe centrum hebben bekeken met mooie mozaïekstraten en leuke winkels betrekt de lucht en net voor een bui zijn we weer binnen.
Het volgende doel is Vilamoura, de jachthaven, en dan Albufeira. Allemaal grote hotels, appartementencomplexen en (golf)resorts. We bekijken ook hier de jachthaven. Het landschap is inmiddels wat bergachtiger geworden en na Faro worden de zandstranden afgewisseld door rotspartijen en kliffen. We eindigen de dag aan het strand van Armacão de Pêra. Er staan een stuk of acht campers. Eigenlijk is er een verbod hier voor campers maar we hebben gehoord dat de politie in Portugal alleen 's zomers controleert en campers wegstuurt dus we wagen het er maar op.
Zondag 28 februari. Ien van harte met je 50ste verjaardag op de 29ste!
Al vroeg zijn we op pad vandaag. We zijn nog niet gewend aan het 1 uur tijdsverschil met Spanje. Eerst naar Portimao, (de Praia da Rocha) : prachtige rode en okerkleurige rotsformaties in zee en op het strand en een wandelpad bovenlangs. De foto's spreken voor zich. Dan naar het strand van Alvor, alleen maar zand en schelpen. Vervolgens de baai van Lagos naar de kaap Ponta de Piedada. Ook hier weer prachtige rotsformaties en grotten met een lange trap tot aan zeeniveau. Heel spectaculair. We rijden naar het centrum van Lagos waar we aan de jachthaven een parkeerplaats vinden waar campers mogen overnachten. Aan het eind van een wandeling door gezellige straten en pleintjes worden we overvallen door een plensbui. De eerste van vandaag. We duiken een eethuisje in om te schuilen en een portje te drinken. Als het droog is gaan we terug naar de camper. Morgen komen we waarschijnlijk aan het verste punt van onze toer: de uiterste zuidwestpunt van Portugal.
Maandag 1 maart.
We maken een wandeling om de jachthaven heen en gaan dan terug naar het winkeltje waar we gisteren mooie keramiek souvenirs zagen in de etalage. Hoewel er op de deur staat dat het om 10.00 uur open gaat, is er om kwart over 10 nog niemand. Navraag bij de buurman leert ons dat er waarschijnlijk vanmiddag pas iemand is. Daar wachten we niet op. Dus rijden we door naar Sagres, na nog twee mooie baaien bezocht te hebben: Praia de Zavial en Praia Ingrina. Dan naar de alleruiterste, meest westelijke punt de Cabo de São Vincente. 60 meter hoge kliffen rijzen hier op uit zee en er staat natuurlijk een vuurtoren. Een machtig gezicht.
Nu zijn we aan onze terugreis begonnen na 5.735 kilometer en 104 dagen. Een vreemd idee dat we aan het eind van deze maand weer thuis zullen zijn. We vinden een mooie camperplaats in Sagres, boven op een klif en vlak bij het centrum, hoewel dat afgezien van de vele barretjes en restaurants, niet veel voorstelt. Een lekker rustig plekje om te filosoferen over de terugroute.

Naar Portugal.

16 februari, dinsdag.

De dag begint regenachtig. De hele nacht heeft het gespoeld. Er zijn toch hier en daar wat blauwe stukjes lucht te zien, dus pakken we de bus voor een tweede bezoek aan Sevilla. We waren nog lang niet uitgekeken. Paraplu mee en op pad. Ons eerste bezoek is aan de Plaza deEspana, gebouwd in 1929 voor de wereldtentoonstelling. Het is een halfrond gebouw van baksteen en keramiek met op elk uiteinde een toren en een gracht met bruggen er overheen. Vooral het vele keramiekgebruik in voorstellingen, zuiltjes en balustrades is verbazingwekkend. Ik krijg een telefoontje dat we morgen al voor controle teug moeten komen in het ziekenhuis. Om 11.15 uur. We bewonderen nog een aantal prachtige kerken, het paleis met de bijnaam 'Casa de Pilatos', lopen door de beroemde winkelstraat Sierpes en bekijken de Kathedraal nog een keer. Zondag mocht je gratis naar binnen, maar meer dan de helft was niet toegankelijk voor toeristen. We vergapen ons aan het prachtige, metershoge gouden altaarstuk in de capilla Mayor met 45 scènes uit het leven van Christus. Dit wordt wel het mooiste ter wereld genoemd. Verder zijn er 15-eeuwse glas-in-lood ramen, koorstoelen en in de schatkamer zijn schilderwerken van Goya, Murillo en Zurbarán te zien. Er staat een monument voor Columbus; er wordt beweerd dat het stoffelijk overschot van deze ontdekkingsreiziger hier ligt begraven.

Als Nart nog een Sevilla T-shirt heeft gekocht gaan we terug met de bus naar camping Villsom in Dos Hermanas.

Woensdag 17 februari.

We rijden de 85 kilometer terug naar Sanlucár, passeren de 5000 kilometergrens en zijn op tijd in het ziekenhuis. Weer een andere dokter. Deze spreekt geen Engels, dus roept hij een collega die dat wel kan. Alles is in orde; Nart mag stoppen met de medicijnen en krijgt de boodschap mee om thuis bij de huisarts te laten nagaan voor welk medicijn hij nu precies zo allergisch is. We gaan even bij Wil en Meindert langs om te vertellen hoe de zaken er bij staan en spreken af om vrijdag een sherry-toer door de stad te maken. Terug naar de parkeerplaats. We wandelen naar het bezoekerscentrum van het Donanapark en boeken voor zaterdag 10.00 uur een boottrip/wandeling door het natuurgebied. Nu maar hopen dat het weer wat beter wordt. Zoveel regen is niet normaal! Donderdag regent het eigenlijk de hele dag. We gaan er even uit voor wat boodschappen, een bezoekje aan een barretje en werken de reisverslagen bij.

Vrijdag 18 febr. De dag begint gelukkig met zon, hoewel er een frisse wind waait. Om 13.00 komen Wil en Meindert aangewandeld. Meindert is de expert en hij leidt ons eerst langs twee kleinere sherry bodega's. We proberen de fino, de manzanilla, de crema en de oloroso soorten. We kopen 1 liter van de manzanilla (pasada) en beloven morgen terug te komen voor meer. We willen niet de hele tijd ermee rondsjouwen. Dan gaan we een sherry/tappa-rondje doen. Sherry plus een tapa van het huis voor 2 euro. Heerlijk en reuze gezellig. We gaan van de ene naar de andere. Tenslotte gaan we in Hotel Guadalquivir koffie drinken op de bovenste etage waar je een weids uitzicht hebt over de stad en het Donañapark. Kortom een heel gezellige middag Temeer ook omdat er in de stad het kindercarnaval gaande is. Van 0 tot ? jaar is verkleed in de meest fantastische outfits.

Zaterdag 19 febr.

Om half 10 staan we klaar bij de aanlegsteiger om met de boot mee te gaan over de Rio Guadalquivir naar het Donaña Nationaal Park. Dit is het grootste Nationale Park van Spanje en behoort tot de belangrijkste ecologische reservaten en moeraslanden ter wereld. Het staat op de Werelderfgoedlijst van de Unesco. Er gaan toch zo'n 50 man mee, waaronder een Spaanse motorclub, die elkaar veel te vertellen hebben. We varen een half uurtje leggen dan aan in het beschermde natuurgebied en wandelen een uurtje rond door het park. Op het water zagen we al allerlei watervogels: reigers, ooievaars, flamingo's. kluten. grutto's, lepelaars, strandlopers, scholeksters en nog meer waar ik de naam niet van ken. Aan wal zien we damherten, edelherten en wilde zwijnen. Gelukkig gaat de grote groep Spanjaarden met een aparte gids mee zodat wij met 8 man en een Engelssprekende gids rustig alles kunnen bekijken en fotograferen. We maken nog een tweede stop bij de zoutmijnen en ook daar wemelt het van de vogels. We zien in de lucht een rode wouw en een arend. Het is een schitterend natuurgebied. Als we terug zijn bij de camper eten we wat, gaan nog wat sherry inslaan en bij Wil en Meindert langs om afscheid te nemen. We spreken af om contact te houden en rijden (via Sevilla, want een andere weg is er niet) naar de camping in El Rocio waar we om een uur of 5 aankomen. Het heeft hier de afgelopen dagen heel erg geregend. Dat is te zien aan alles wat nog onder water staat.

Zondag 20 febr.

El Rocio ligt aan de westkant van het Donañapark. De stad heeft iets van het wilde westen, door zijn brede zandstraten en de ruime ongeplaveide pleinen. De houten huizen hebben veranda's voorzien van een leuning om paarden vast te maken. El Rocio is een bedevaartsplaats en elk jaar met Pinksteren vindt er een uitzonderlijke pelgrimage plaats door tienduizenden bedevaartgangers( de meeste komen te voet, te paard of met paard en wagen) die de Nuestra Senora del Rocia (een 13e eeuws houten Mariabeeld) komen vereren. Broederschappen uit heel Spanje komen dan op bezoek en het beeld wordt door de straten van El Rocio rondgesjouwd. We boffen dat we op zondag hier zijn want vandaag begint de presentatie van de broederschappen in de kerk tijdens 4 missen. We gaan te voet, want het stadje met loutere zandwegen is de afgelopen dagen bijna weggespoeld door zware regens. Het grootste deel van het dorp bestaat uit mooie 'Hermandad'-gebouwen, die hier vanuit 95 steden en dorpen onderhouden worden. De Hermandad van Espartinas is een van de 4 broederschappen van vandaag. Na het bezoek aan hun kapel, hebben ze hun mis in de bedevaartskerk Virgen del Rocío. Deze mis met veel gitaar- fluit- en castagnettenmuziek, zang en aparte gebruiken is voor veel mensen een heel emotionele aangelegenheid. Kortom een prachtig stukje Andalucía, dat we hier meemaken. ‘s Middags gaan we door via Torre de la Higuera (weer aan zee), Mazagon en Huelva naar Punta Umbria. Daar vinden we een schitterend overnachtingsplekje op een parkeerplaats bij een Ciringuito (zeg maar strandtent). We eten er een verrukkelijke visschotel en hebben er een prima nachtrust.

Maandag 21 febr.

We komen al aardig in de buurt van de Portugese grens. We wisselen onze gasfles om voor een volle want de Spaanse flessen kunnen niet gevuld worden in Portugal. We maken een strandwandeling en doen uitgebreid boodschappen, voordat we weer op weg gaan, richting Isla Cristina. We willen bij Playa de Hoyo een plekje zoeken maar er staat veel onder water en er is tijdelijk een kampeerverbod. Dan rijden we door via Ayamonte naar het strand van Isla Canela. Daar is plaats genoeg bij het kitesurf-strand. Ook hier is de zee woest met grote schuimvlokken op het zand. We hebben de hele dag zon gehad, hoewel er regen was voorspeld. Morgen door naar Portugal.

Dinsdag 22 febr.

Ook vandaag schijnt de zon weer en zo hoort het ook, al hoewel er een stevige wind staat. We rijden de grensrivier de Rio Guadiana via een grote tuibrug en zijn dan in Portugal, de Algarve. Het is hier 1 uur vroeger. We bekijken het strand bij Manta Rota en rijden een eindje door het Nationaal Park de Ria Formosa vlak bij Tavira. Bij Cabanas de Tavira zoeken we dan de camping op. Er ligt weer een bult wasgoed klaar. Hier willen we een dag of wat blijven en meteen Tavira bezoeken. Ik probeer de reiswebsite aan te vullen en de mail te lezen, maar kan geen verbinding krijgen met de server. Dan morgen als eerste maar even een internetcafé opzoeken in Tavira.

Sevilla

Dinsdag voelt Nart zich al weer wat beter. We maken zelfs een wandelingetje door het stadje. Meindert komt langs op zijn fiets om te informeren naar Nart en biedt hulp aan.
Woensdag dus weer richting ziekenhuis nadat we bij Wil en Meindert onze toilet hebben mogen legen. Nart had vannacht erg last van zijn maag en heeft slecht geslapen. De arts constateert dat het abces is geslonken. Ze gaan niet operen; het moet vanzelf verder verdwijnen. De antibiotica moet hij nog blijven innemen samen met een ontstekings-remmer en pijnstiller. Verder moet hij 3 x per dag een warm zitbad nemen met veel zeep. We krijgen een nieuwe afspraak: vrijdag over een week terugkomen voor controle.
We rijden meteen door naar een groot winkelcentrum om een geschikte bak te kopen.
‘s Nachts knapt het restant van het abces open, wat een knoeiboel! Samen met de pijn in zijn maag en een fikse huidallergie is het reden genoeg om donderdag weer terug te gaan naar het ziekenhuis. We worden gelukkig door de zelfde dokter gezien. Het abces ziet er goed uit, pleister erop met Betadine en doorgaan met de zitbaden. Voor de allergische reactie worden we doorgestuurd naar een ander specialist. Die zet meteen een spuit en schrijft 3 soorten medicijnen voor met een eetvoorschrift. Ook hier moeten we over anderhalve week terugkomen. Dus maar weer naar de apotheek voor de volgende serie pillen. Meindert komt weer informeren. Nart knapt gelukkig met het uur op. Het bezoekje bij Wil en Meindert is gezellig. We mogen er douchen, watertank bijvullen en ik krijg een heerlijke cream-sherry te drinken. Nart mag geen alcohol en doet het met appelsap. Ze wonen in een mooi huis in de wijk Esperitu Sanctu. We spreken af om het volgende weekend als we voor controle terug moeten komen in Sanlucar bij hen langsgaan.
Vrijdag de 12 februari is Nart genoeg opgeknapt om verder te reizen. We gaan naar een camping in Dos Hermanas, vlak bij Sevilla. Het regent voortdurend en het is koud. Van iedereen kregen we tot nu te horen dat dit de slechtste zomer in 40 jaar is. We vinden het nogal meevallen. Vandaag een dagje regen, morgen schijnt de zon weer. Hopelijk. Als Nart fit genoeg is kunnen we Sevilla bezoeken en anders maar een dagje later. Op de camping is wel een Internet verbinding, maar we moeten ervoor in de receptie gaan zitten. Skypen blijkt niet te kunnen. Zodra we Harold en Rohan even gezien en gesproken hebben valt de verbinding weg en blijkt ook iedereen gedurende 10 minuten zonder verbinding te zitten. We versturen wat mailtjes en chatten even met zus en zwager over divers wel en wee.
Zaterdag benutten we met het bijwerken van verslagen, de was en boodschappen doen. Een grote Carrefour is hier vlakbij.
Zondag de 14e. Het was heel erg koud vannacht. Onze kachel krijgen we nog steeds niet op de eigenlijke manier aan dus heeft Nart de voorkant er af gehaald, een glaasje open geschroefd en met de hand aangestoken. Zo hoeven we toch geen kou te lijden, maar het is wel omslachtig. Op Internet zoek ik een adres van Truma (het merk van de kachel) service op. Gelukkig is er een vlak bij. Daar dus maandag als eerste naar toe. Om 10 uur gaan we met de bus naar Sevilla. Op een digitaal afleesscherm lezen we dat het 4 graden is! De bus moet een eindje omrijden vanwege een marathon die aan de gang is. Van carnaval activiteiten zien we helemaal niks. Sevilla is een geweldig mooie stad met een adembenemend centrum, vol oude historische gebouwen. Te veel om in een dag allemaal te bekijken. We beperken ons vandaag dan ook tot de Grote Kathedraal, wat kerken en de Reales Alcazares (het koninklijke paleis). De laatste zit vol met prachtige hallen, patio's en tuinen met waterpartijen. (Het kan zich meten met het Alhambra in Granada). Het geglazuurde tegelwerk (azulejos) is uniek. We wandelen door de een grote tuin (Jardines de Morillo) en op weg naar de bushaltebij de Plaza de Espana bekijken we het nog grotere Parque Maria Louisa. Hier staan eeuwenoude bomen met reuzenwortels, vooral ficusachtige. Er rijden paardenkoetsjes rond. We realiseren ons dat we nog maar een heel klein stukje van Sevilla hebben gezien. Reden om er nog een dagje aan vast te plakken.
Maandag. Het regent dat het giet als we op weg gaan naar het camperbedrijf in Alcala de Guadaira, ongeveer 15 kilometer van Dos Hermanas waar we op de camping zijn. Er gaat een monteur aan de slag en constateert dat de ontstekingsautomaat van de kachel kapot is. Hij zet er een nieuwe in en klaar is kees. Inclusief arbeidsloon bijna 200 euro. Maar we hebben weer warmte. Nou maar hopen dat we hem helemaal niet meer nodig hebben! Terug op de camping klaart het weer op en zien we zelfs de zon voorzichtig tevoorschijn komen. Zo nou eerst het thuisfront op de hoogte stellen van de afgelopen week. Een gouden medaille met het schaatsen voor Nederland.......jammer dat ik niet voor de buis kan meegenieten! Hartelijke groeten iedereen en voor wie nog gaat carnaval vieren: veel plezier en houdt het heel!

De Costa de la Luz.

3 februari 2010.De dag begint met regen en het waait flink. En dat blijft de hele dag zo. We hebben de Costa del Sol en de Middellandse Zee achter ons gelaten en rijden nu langs de Atlantische Oceaan. In de Straat van Gibraltar is het druk met grote schepen. De grote havenstad Algaciras laten we liggen en gaan naar het allerzuidelijkste puntje van Europa: Tarifa. De afstand naar de overkant, Afrika (Marokko), is hier 14 kilometer en normaal gesproken zou je prima de overkant kunnen zien. Nu niet: er hangt een dikke bewolking. We gaan over 2 bergpassen en we rijden door de wolken. In Tarifa houdt het op met regenen en we maken een strand/duinwandeling en vinden een prima parkeerplaats aan het strand. Er staan al 5 campers dus wij sluiten aan. Later begint het weer te regenen. Hopelijk is het morgen beter! We hebben ontdekt dat ons kacheltje af en toe niet meer aan wil. In Malaga hebben we er al een keertje naar laten kijken, nieuwe batterijen erin gedaan en toen deed hij het ineens wel weer. Maar gisteravond wilde hij weer niet branden. In Cadiz willen we het laten repareren want het zou hier aan de Atlantische kust 's nachts wel eens wat kouder kunnen zijn dan aan de Middellandse Zee. De wereldontvanger deed het al een tijdje niet meer. Nart heeft hem opengemaakt, niets kunnen vinden, en weer dichtgemaakt. Nou doet ie het weer! We kunnen weer Nederlandse berichten ontvangen en op de hoogte blijven van de kou waar Nederland mee te maken heeft.4 februari. We vinden in de buurt van Cadiz een camperbedrijf. We leggen ons probleem met de ontsteking uit en de man wil er wel even naar kijken. Hij schroeft de kap los en haalt de batterijen er uit. Ja, we hebben er net nieuwe in gedaan. Hij probeert een keer.....Natuurlijk nou doet ie het ineens wel weer. Wedden dat ie het vanavond weer niet doet?

We vinden na veel rondrijden in El Puerto de Santa Maria eindelijk de camping. De halve stad ligt open i.v.m. straatwerkzaamheden. Hier vandaan kunnen we makkelijk Cadiz bereiken om daar rond te kijken. We zijn nu in de sherrystreek van Spanje aangekomen. Veel reclame van Tio Pepe en Osborne. De grote stier van Osborne hebben we al diverse keren onderweg gezien. 5 februari. Het was niet nodig maar we hebben toch even de kachel uitgeprobeerd en wat denk je? Niet dus! Dan toch maar weer een camperbedrijf opzoeken bij de volgende grotere stad.

We kunnen per catamaran oversteken naar Cadiz. Dat is leuk en handig. In 20 minuten zijn we in het oude centrum waar we een van de vele stadswandelingen maken. Eerst natuurlijk de kathedraal, prachtig mooi met een gouden koepel. We dwalen door de smalle straatjes met de oude pandjes waarin winkeltjes zijn gevestigd, bewonderen de gezellige pleinen (meestal met een oude kerk er aan) met terrasjes en bloemenkraampjes. Er is op de uiterste punt een groot park met kunstig gesnoeide bomen. Cadiz heeft een grote haven en ligt helemaal op een langwerpig schiereiland. Er hangt een ontspannen sfeer. De voorbereidingen voor carnaval zijn al begonnen. Er hangen allerlei versieringen in de straten en op een groot plein wordt aan een podium gewerkt. Carnaval in Cadiz schijnt een van de uitbundigste van Spanje te zijn. Tegen vieren zijn we weer terug in El Puerto de Santa Maria. We lopen nog even door het centrum van deze stad en langs het Osborne sherrybedrijf. De zon heeft zich weer de hele dag laten zien en de temperatuur is uitstekend, zo'n 22 graden. Dat mag van ons zo blijven. Morgen gaan we weer een eindje verder. We komen dan in de buurt van Nationaal Park Doñana, het grootste van Spanje. Het ligt rond de delta van de Rio Guadalquivier en moet een uitstekende plek zijn om allerlei vogels en andere dieren te zien. Het staat op de Werelderfgoedlijst van Unesco.6 februari 2010.

Via Rota, waar een grote jachthaven is en Chipiona komen we in Sanlucár de Barrameda. Het weer is fantastisch goed en we zijn al vroeg op de grote parking aan het strand. Het lijkt een leuke gezellige stad te zijn. We staan precies aan de monding van de Guadalquivir; aan de overkant ligt het natuurpark La Doñana. Alleen met Nart gaat het niet goed. Hij heeft al een week of 2 last van aambeien (denkt hij) en we hebben al een zalfje ervoor bij de Farmacia gehaald maar het lijkt steeds erger te worden. Hij hakt de knoop door: er moet maar eens een dokter naar kijken. Hij voelt zich niet goed dus ga ik alleen op pad om te informeren waar we terecht kunnen. Het infokantoor is net dicht maar een Nederlands echtpaar spreekt mij aan met de opmerking: Hé een echte Gazelle! Na even babbelen, (ze wonen net 2 maanden hier in Sanlucar) leg ik uit wat ik zoek. Ze wijzen me een polikliniek vlak bij die me doorverwijst naar de 1e hulp in het ziekenhuis net buiten het centrum. We besluiten om toch er nu naar toe te rijden. We worden vrij snel geholpen hoewel het registreren van de achternaam nogal voor wat onduidelijkheid zorgt. Een dokter onderzoekt Nart en het blijkt dat hij een inwendig abces heeft. Hij krijgt antibiotica en een ontstekingsremmer voorgeschreven en hij moet zich maandagochtend weer melden voor controle. Het abces moet an geslonken zijn, anders gaat het mes erin We betalen 75 euro en staan even later weer op de parking Ik ga de medicijnen halen, farmacia´s genoeg. Eerst voelt Nart zich opknappen maar later op de avond wordt hij hondsberoerd en loopr hij aan 2 kanten leeg. We houden het maar op de bijwerkingen van de medicijnen.

Zondag 7 februari 2010.

Nart heeft slecht geslapen. Ik ga wat informatie halen bij de toeristeninfo en Nart gaat weer slapen. Ik wil weten waar de dichtstbijzijnde camping is. Die is in Rota, 12 km terug. We kunnen niet onbeperkt op de parking blijven staan. Toilet en afvalwatertank moeten regelmatig geleegd worden en ook stroom en drinkwater moet worden aangevuld. En als Nart echt onder het mes moet kon het nog wel eens een tijdje duren voordat we onze trip weer kunnen voortzetten. Ik krijg alle info die ik nodig heb en wandel het mooie stadje door. Ik heb geen boeken meer te lezen en zoek een boekhandel die ook Engelse boeken verkoopt. Helaas die vind ik niet. Er zijn hier een stuk of tien Sherryfabrieken en in de straatjes ruik je ze al van verre. Ik doe nog wat nodige boodschappen en als ik tegen half 1 terug kom bij de camper ligt Nart nog steeds te slapen. Hij heeft niet het idee dat het abces minder wordt. Toch nog maar even doorgaan met de medicijnen. Morgen zal de dokter wel uitmaken wat er moet gebeuren. Hij wil weer slapen dus na een hapje eten ga ik op de fiets wat toeren. Eerst naar de steiger waar een rondvaartboot elke dag om 10.00 het natuurgebied doorkruist; ook hier staat een sherrybedrijf. Richting de zee kom ik een optreden van een carnavalsclub tegen midden in de straat op een podium. Veel volk er om heen. Ze zingen de longen uit hun lijf en het schijnt een leuke act te zijn want er wordt veel gelachen. Dan fiets ik door naar Las Dunas, een groot winkelcentrum net buiten Sanlucár maar het is helaas dicht op zondag. Zo zie ik toch nog heel wat van de stad. Om half 5 ben ik terug. Nart meldt dat de wc-pot tjokvol zit dus we besluiten om nu naar de camping in Rota te gaan. Net op dat moment komt Meindert, die gisteren zo behulpzaam was en zelfs later op de avond nog even langs kwam om te informeren, aanfietsen. Hij heeft voor ons wat foldertjes o.a. een van de camping waar we heen willen. Hij is daar met zijn vrouw Wil vandaag helemaal heen gefietst om voor ons informatie te halen. Dat is nog eens aardig! Hij helpt me met het opzetten van de fietsen en dan rijden we (Nart liggend) naar de camping. Dat is een ritje van 20 minuten; het laatste stuk is een slechte weg vol kuilen en scheuren. Voor 17 euro kunnen we hier overnachten inclusief stroom en alle andere voorzieningen. Na het eten valt Nart meteen weer in slaap. Het ziet er nog helemaal niet goed uit. Er blijkt geen warm water uit de douche te komen; dat is balen. 's Nachts komt het met bakken de lucht uit. Maandag 8 februari

Als ik de volgende ochtend om 7 uur in het donker naar het toiletgebouw loop sta ik tot aan mijn enkels in het water. De halve camping staat blank. Om acht uur rijden we al richting het ziekenhuis. Het is er erg druk. Het blijkt dat een andere dokter waarneemt. Enfin, om een lang verhaal kort te maken ( nadat die arts en nog 2 chirurgen Nart onderzocht hebben) : het abces is alleen maar groter geworden, maar nog niet zacht genoeg om open te snijden en bovendien heeft hij spoelworm. Of het een met het ander te maken heeft daar komen we niet achter. Gelukkig is er nu, in tegenstelling tot zaterdag, wel een verpleegster die redelijk Engels spreekt en behulpzaam is met vertaling. De artsen spreken amper iets anders dan Spaans. Er worden weer en meer medicijnen voorgeschreven en woensdag weer terugkomen voor controle. Omdat we vermoeden dat dit aardig in de papieren gaat lopen en dit ziekenhuis Nart ziektekostenverzekering niet kent, bel ik SOS international om voor ons te regelen dat we niet steeds contant hoeven af te rekenen. Ze gaan het regelen. Zij nemen contact op met het ziekenhuis en ik fax de onderzoeksresultaten door. Dan naar de apotheek en een schema voor inname gemaakt.'s Middags (we staan weer op de parking in het dorp) gaat Nart slapen en ik ga boodschappen doen en wat internetten. 's Avonds gaat het weer aardig te keer; de hele dag was het droog en zonnig. Het is nu afwachten of de medicijnen helpen.

Gibraltar in zicht.

26 januari 2010:

We bezoeken de prachtige grotten van Nerja. Ik was hier zo'n 35 jaar geleden ook al eens, toen voor de eerste keer op vliegvakantie met mijn toenmalige vriend René. Nerja ken ik bijna niet meer terug. Allemaal nieuwe appartementen en hotels, maar gelukkig geen hoogbouw. De kleine vissershaven is er nog en ik herken het strand waar we toen dagelijks waren. Het 'Balkon van Europa' is ook weinig anders, alleen staat er nu een standbeeld van koning Alphons bij. We brengen twee tassen met wasgoed naar een wasserij en overnachten op een grote parkeerplaats net achter het centrum. De volgende twee dagen brengen we door op een kleine camping (Valleniza) vlak bij Benajarafe en daarna verkassen we naar camping Los Alamos in Torremolinos. Deze stad valt ons erg mee. Er is een lange lange boulevard, een breed strand en heel wat strandterrasjes. Weliswaar daarachter veel hoge flats en appartementencomplexen, maar toch doet het nu allemaal vriendelijk en rustig aan. We zijn hier hoofdzakelijk neergestreken omdat we van hieruit in 15 minuten met de trein in Malaga zijn. Malaga is een aardige stad om te bezoeken. Alle mooie dingen liggen vrij dicht bij elkaar en het goed te belopen. We bekijken in de oude stad de grote kathedraal die maar één toren heeft (hij wordt dan ook de éénarmige genoemd), en nemen alle tijd om in het Picassomuseum al het werk van deze schilder te bekijken. Picasso is hier geboren en dat zie je overal in de stad terug. De kleinzoon en de schoondochter van Picasso hebben al deze werken uit hun privé-collectie aan dit museum geschonken, dat in een schitterend voormalig paleis is ondergebracht. Zelfs Torremolinos heeft van een bekend schilderij een beeldhouwwerk laten maken dat op de boulevard staat, ( Rennende vrouwen op het strand). Nadat we op een terrasje in de zon hebben geluncht klimmen we omhoog naar het de oude burcht (Alcazaba) die ook weer prachtig in Moorse stijl is afgewerkt en daarna gaat het nog verder omhoog naar het 'castillio'. Het uitzicht is weer prachtig over een groot gedeelte van de stad met de drukke haven.
Zondag de 31ste rijden we door en vinden in Cabopino een schitterend plekje aan het strand. Er is een kleine haven en een scheepswerf en met een aantal restaurantjes er omheen. Dit stuk kust heeft een brede duinenstrook en de volgende ochtend maken we een lange wandeling door de duinen en via het strand weer terug. Vandaag is het heel helder en we zien Gibraltar en Afrika in de verte liggen. Deze maandag gaat het verder langs de Costa del Sol en we passeren o.a Marbella, een van de duurdere badplaatsen hier aan de kust. We willen even bij de jachthaven kijken maar we mogen er niet in. Omdat we verder ook de camper nergens kunnen parkeren (alle parkeergarages zijn ondergronds) rijden we maar gauw door. Er loopt een drukke verkeersweg langs al deze aaneengesloten toeristencentra en als je eenmaal een afslag hebt genomen om aan zee te kijken kom je er bijna niet meer tussen geschoven. We vinden dan ook geen rustig strandje om te overnachten. We komen ten slotte op een kleine camping in La Linea de Conception te staan, de laatste Spaanse stad voordat je het Engelse Gibraltar op gaat. We krijgen 's avonds het leuke berichtje door dat Carolien, (een nichtje van Nart) die in Denemarken woont een zoon heeft gekregen. We bekijken meteen de foto's op het weblog. Wat is dat toch handig hè internet!
Dinsdag 2 februari gaan we dan (op de fiets) naar Gibraltar. Aan de grens moeten we onze paspoorten laten zien. Omdat na het centrum al gauw de wegen omhoog leiden, stallen we onze fietsen bij de kabelbaan en gaan zo de berg op. Vanaf bijna het hoogste punt (426 meter) wandelen we langs allerlei historische plekjes (kanonnen, grotten, poorten, tunnels en uitzichtplatforms) terug naar beneden. Onderweg komen we overal (de staartloze) Berberapen tegen. Terug beneden lopen we nog een keer de Mainstreet door. We horen allerlei verschillende talen: veel Engels, maar ook Spaans en Marokkaans. Er wordt hier betaald met ponden, maar de euro wordt geaccepteerd. Verder is het straatbeeld Engels: de brievenbussen, telefooncellen en lantaarnpalen. Er rijdt een dubbeldekkerbus rond. Tegen vieren hebben we het hier bekeken en fietsen langs de lange strandweg terug naar de camping.